dinsdag 22 februari 2011

Citroensoufflé

2 kleine citroenen, schoongeboend
3 eieren
50 g suiker
15 g maizena
boter om in te vetten
Materialen
citroentrekker (zesteur)
4 eenpersoonssouffléschaaltjes, ingevet
Bereiden
Trek van 1 citroen schilletjes met een citroentrekker. Breng de schilletjes in een pan met 4 el water langzaam aan de kook. Neem de pan van het vuur. Pers de citroenen uit. Splits boven 2 kommen de eieren. Let op dat er geen eigeel of ander vet in het eiwit komt, anders worden de eiwitten niet stijf. Zet de eiwitten tot gebruik in de koelkast. Klop 2/3 van de eidooiers met de helft van de suiker totdat de suiker zoveel mogelijk is opgelost (de rest van de eidooiers gebruik je niet). Roer het citroensap en de maizena erdoor totdat je een glad mengsel krijgt. Zeef de schilletjes uit het citroenwater en bewaar deze voor de garnering. Voeg het citroenwater al kloppend toe aan het eidooiermengsel. Doe het mengsel in een pan en roer deze al bindend zonder dat het kookt. Laat het mengsel afkoelen in een ruime beslagkom.

Verwarm de oven voor op 200 °C. Bestrooi de soufflévormpjes licht met suiker. Klop in een kom de eiwitten stijf. Voeg tijdens het kloppen geleidelijk de rest van de suiker toe. Spatel de helft van het eiwit door het eidooiermengsel. Spatel er vervolgens de rest van het eiwit luchtig door. Vul de vormpjes voor 2/3 met het beslag. Laat de soufflés in het midden van de oven 20 min. garen. Garneer ze met de schilletjes. Serveer het gerecht direct.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten