Benodigdheden:
  --------------
  Voor het zoet deeg:
  15 gr verse gist of 2 tl gedroogde gist
  1 tl fijne witte suiker
  5 el lauwe melk
  225 gr bakkersbloem
  1/2 tl zout
  25 gr fijne witte suiker
  25 gr boter
  1 klein ei losgeroerd
  Voor de vulling:
  25 gr gesmolten boter
  100 gr gedroogde vruchten, kleingesneden
  1/2 tl gemengde specerijen
  50 gr bruine basterdsuiker
  2 el lichte suikerstroop of honing
  kristalsuiker om te bestuiven
  Bereiding:
  ----------
  Roer de gist en suiker door de melk. Als u gedroogde gist gebruikt het
  mengsel dan 5 minuten laten staan. Voeg 50 gr bloem toe en laat het
  mengsel circa 20 minuten staan tot zicht schuim vormt.
  Zeef de resterende bloem met zout en suiker en wrijf er de boter door.
  Maak er een kuiltje in en roer met het ei en het gistmengsel tot een
  zacht deeg. Laat het afgedekt in 1 uur rijzen tot het dubbele volume.
  Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een lap van 23 X
  30 cm. Bestrijk hem met gesmolten boter en strooi er de vruchten,
  specereien en suiker over. Rol het deeg op als een lange rollade en
  snijd deze in 9 plakken. Schik ze in een ingevette bakvorm van 18 X 18
  cm. Laat ze afgedekt circa 40 minuten rijzen tot het dubbele volume; de
  plakken deeg moeten aan elkaar kleven.
  Verwarm de oven voor op 220¯C en bak ze goudbruin. Haal ze uit de vorm,
  bestrijk ze met stroop en bestrooi ze met suiker.
  Voor: 9 broodjes
Geen opmerkingen:
Een reactie posten