Op elk bord een ster van witlofblaadjes, gevuld met een salade van 200 g
   luciferdunne bleekselderijreepjes (geblancheerd), 2 stevige peren in
   blokjes (in water met citroensap), 200 gr gerookte forel (in luciferdunne
   reepjes), 150 gr walnoten, dressing (1 eetlepel wijnazijn, 1/2 dl zure
   room, 1 theelepel droge sherry, peper, zout, 1 eetlepel honing en 5
   eetlepels druivepitolie) en 4 eetlepels pijnboompitten.
   Roomwitte kippesoep
   Voor 8 personen 1 1/2 pot gevogeltefond vermengen met 1/4 liter heel droge
   witte wijn, 1 eetlepel Zaanse mosterd, 2 eetlepels gemengde groene kruiden
   (diepvries) en een mespunt cayennepeper (van tevoren mengen). De
   soepborden voorwarmen in een oven van 100 ËC. Sneetjes witbrood roosteren
   en er sterretjes uitsteken. Het fondmengsel al roerend tot tegen de kook
   aan brengen, vervolgens de pan op een vlamverdeler zetten. In een kom 4
   eierdooiers loskloppen met 1/8 liter culinaire room en een schep hete
   bouillon. In een tweede kom 1/8 liter slagroom stijfkloppen. Het eiermengsel
   en de helft van de slagroom bij de soep roeren, de soep met een staafmixer
   schuimig kloppen en laten binden. De soep over borden verdelen, in elk een
   paar broodsterretjes leggen, een schepje slagroom erbovenop en wat
   paprikapoeder over het dotje slagroom strooien.
   Broodstengels
   De plakjes croissant-deeg uit de verpakking nemen, per 2 tot een
   vierkantje aan elkaar 'kneden'. Met een deegraderwieltje of pizzasnijder
   het deeg in 2 cm brede repen snijden. Elke reep door bloem rollen en met
   de handen nog langer uitrollen. Op een plank sesamzaad (reformafdeling
   supermarkt) strooien, op een andere grof zeezout. De deegstrengen met (met
   1 eetlepel melk losgeklopt) ei inkwasten. De ene helft van de repen deeg
   door het sesamzaad rollen, de andere helft door het zeezout. De
   deegstengels op een met bakpapier beklede bakplaat leggen en bij 200 ËC in
   10-15 minuten goudbruin bakken.
   Gevulde kalkoenbiefstukjes
   Hoofdgerecht
   8 kalkoenbiefstukjes van 125-150 g
   1 dl droge sherry
   75 gr hazelnoten
   100 gr Vooraf en Toe
   2 eetlepels vloeibare honing
   1 theelepel shoarmakruiden
   16 grote, verse spinazieblaadjes
   30 gr bakboter
   3 eetlepels maãskiemolie
   2 zakjes poeder voor witte wijnsaus
   1/2 pot gevogeltefond
   De kalkoenbiefstukjes overgieten met sherry en 1/2 uur marineren. De
   hazelnoten klein hakken, de Vooraf en Toe in blokjes snijden en met honing
   en kruiden mengen. De kalkoenbiefstukjes als een envelopje opensnijden en
   de wanden met spinazie bekleden (2 blaadjes per biefstukje). De
   biefstukjes met het roomkaas-hazelnootmengsel vullen en de opening
   dichtsteken. In een braadslee de bakboter en maãskiemolie verhitten en de
   biefstukjes rondom lichtbruin bakken. De braadslee met aluminiumfolie
   afdekken (biefstukjes met de opening naar boven), in een oven van 200 ËC
   zetten en in 40-50 minuten gaar laten worden. Serveren met timbaaltjes van
   witte en wilde rijst (400 gr, 1 pak) bestrooid met gehakte hazelnoten.
   Daarbij 600 gr (Riesling) wijnzuurkool, gestoofd in boter (of ganzevet) met
   300 gr halve pitloze druiven. Witte- of spitskoolbladeren blancheren en de
   zuurkool hierin verpakken. Voor de saus het sauspoeder en de fond mengen
   (aangevuld met water tot 1/2 liter) en bereiden volgens de aanwijzingen op
 
   het pakje.
   Ster van caramelijs
   Dessert
   Ingevette borstplaat-stervormpjes (8 stuks of 2 x 4 stuks), op bakplaat
   vullen met zachtgeroerd caramelijs (Ola), minstens 2 uur invriezen,
   losmaken en ingepakt verder vriezen. Acht gedroogde appelringen in 1/2 liter
   zoete Duitse witte wijn met 40 gr suiker 1/2 uur zachtjes koken en laten
   uitlekken. Warme saus van 3 dl roomvla, 1 dl slagroom (en eventueel 1/2 dl
   boerenjongens-sap) over 8 borden verdelen, appelring met schep boerenjongens
   erbij, ijsster en amandelkrul ernaast leggen en licht bestrooien met wat
   kaneel.
   Terrine van witte chocolade
   175 gr gedroogde abrikozen
   1 zakje Ceylonthee
   5 blaadjes witte gelatine
   200 gr Vooraf en Toe
   1 1/2 dl slagroom
   3 eetlepels suiker
   1 theelepel kaneel
   175 gr witte chocolade
   100 gr Italiaanse bitterkoekjes
   witte chocolaatjes
   De abrikozen wassen en een nacht weken in 1/2 liter thee (de thee 4 minuten
   laten trekken, dan het theezakje eruit nemen). Vlak voor het bereiden de
   abrikozen laten uitlekken en droogdeppen. De gelatineblaadjes in koud
   water weken. De Vooraf en Toe met een mixer 5 minuten loskloppen. De
   slagroom met de suiker tot tegen de kook aan verwarmen, de
   gelatineblaadjes uitknijpen, in de slagroom oplossen en het mengsel al
   roerend laten afkoelen. De afgekoelde slagroom met het kaneelpoeder
   mengen, stijfkloppen en met de Vooraf en Toe vermengen. De witte chocolade
   au-bain-Marie al roerend laten smelten tot 40 ËC, laten afkoelen (het moet
   wel vloeibaar blijven) en door het roommengsel spatelen. Een schaal of
   terrine van 1 liter met huishoudfolie bekleden. De helft van de lobbige
   chocolademassa erin scheppen. De geweekte abrikozen erop schikken, de
   bitterkoekjes op de abrikozen schikken. De rest van de roommassa erop
   scheppen en gladstrijken. De bovenkant met folie afdekken en het geheel
   minstens 8 uur in de koelkast laten opstijven. De terrine voor het
   serveren storten, in mooie plakken snijden en serveren, gegarneerd met een
   paar witte chocolaatjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten